Waar zout en zoet elkander raken
woont de elegante kluut.
Bruine kiekendieven waken,
in de papsloot zwemt een fuut.
Zilte schijnspurrie opent wijd
haar blaadjes voor het licht.
Lamsoor weeft een paars tapijt,
de morgenster sluit haar gezicht.
Met grote trage vleugelslagen,
vliegen aalscholvers naar de zee.
Door wind en water steeds gedragen,
brengen zij voedsel voor hun jongen mee.
Glinsterend slik, spiegelend water.
Over het wad in een zachte gloed,
komt de avondnevel nader.
Dan klinkt er in het avondlicht,
als uit de schemering geboren,
een geluid als een zoet gedicht.
Balsem voor mijn ziel en oren.
Trudy Vogel